23 april, 2025 at 08:32 | ALGEMEEN

Onderzoek naar de toekomst van het mbo in de energietransitie

DE VOORTGANG VAN SPOOR 5 BINNEN DAAR BRANDT NOG LICHT

Wat betekent de energietransitie voor het middelbaar beroepsonderwijs in Noord-Brabant? Binnen het RIF-project Daar brandt nog licht zoekt spoor 5 naar antwoorden. Kartrekker Guido van Eijk deelt hoe het afgelopen jaar in het teken stond van onderzoek, vernieuwing en samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. “We zijn echt stappen aan het zetten richting een duurzaam en toekomstgericht MBO.”

Van brainstorm naar een concrete onderzoeksagenda
“Na een intensieve start met kennismakingen en brainstormsessies hebben we als werkgroep een overzicht opgesteld van relevante onderzoeksonderwerpen,” vertelt Guido. Deze onderwerpen zijn vervolgens vertaald naar vier concrete onderzoeksvragen, gebundeld in een onderzoekagenda. Het eerste onderzoeksgebied – het effect van de energietransitie op het MBO – kreeg prioriteit. Subgroepen voerden veldonderzoek en deskresearch uit, waarvan de resultaten nu worden gerubriceerd aan de hand van het zogeheten zonmodel.

Andere tastbare resultaten zijn onder meer het opstarten van onderzoek naar een bol-opleiding in de ondergrondse infratechniek (samen met Infratalenten-Zuid), een pilotproject rond ‘de groene draad’ in het onderwijscurriculum, en het succesvolle fieldlab-project Plant-e van Avans. Ook is een eerste stap gezet in de verduurzaming van de learning community MIEC-Energie, in samenwerking met Kennispact MBO-Brabant.

Leren en groeien als werkgroep
Het vormen van de juiste werkgroep en het scherp krijgen van de opdracht bleken in het begin uitdagingen. “Door alle ideeën te koppelen aan de onderzoeksvragen en daar in subgroepen mee aan de slag te gaan, kregen we steeds meer grip op de opgave,” zegt Guido. De samenwerking werd hechter, de rollen duidelijker, en de gezamenlijke meerwaarde groter.

Samenwerking als sleutel tot succes
Wat opvalt is dat de samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid zich sterk heeft ontwikkeld. “We zien steeds meer bereidheid om over de grenzen van de eigen organisatie heen te kijken,” zegt Guido. Duidelijkheid over doelen, rollen en werkwijze blijkt essentieel voor succes.
Ook de samenwerking tussen de verschillende sporen binnen het project verloopt goed. Via regelmatige afstemming in de kerngroep worden dwarsverbanden gelegd. “Hoewel sporen nu nog grotendeels zelfstandig opereren, ontstaat er in de volgende fase mogelijk een natuurlijk samensmelten van werkgroepen,” voorspelt Guido. Het zonmodel fungeert hierin als gedeelde leidraad.

Bouwstenen voor een duurzaam MIEC
Een belangrijk vraagstuk is hoe het MBO Innovatie en Expertise Centrum (MIEC) structureel kan worden ingericht, los van individuele personen. “De RIF legt hiervoor al een stevige basis. Nu is het zaak om te bepalen hoe we dit inbedden in de bestaande organisaties en hoe we dit duurzaam financieren en organiseren,” vertelt Guido. Commitment van alle lagen en partijen is hierbij essentieel.

Experts samenbrengen
Tot slot benadrukt Guido hoe belangrijk het is om practoren, lectoren en bedrijfsvertegenwoordigers structureel samen te brengen rond concrete opdrachten. “Zorg voor een gedeelde agenda, faciliteer afstemming en stimuleer kennisdeling. Pas dan kunnen we echt werk maken van professionalisering en onderwijsontwikkeling binnen de energietransitie.”